Page 248 - tmp
P. 248
Het was goed dat we het hadden bezocht, anders hadden we ons altijd afgevraagd
hoe het hier zou zijn. Hierna reden we door naar Møns Klint, de witte krijtrotsen van
Møn. Eigenlijk is het eenzelfde soort natuurfenomeen als de kliffen van Dover, alleen
hier is de bovenkant bedekt met een dicht en weelderig bos, in Engeland is de
bovenkant gras. Over een lengte van acht kilometer eindigen deze bossen abrupt
op de krijtrotsen in de Oostzee met een hoogste punt van 143 meter. Bij het
toegangspunt van de kliffen was een groot bezoekerscentrum gebouwd.
De Møns Klint
Ook hier vroegen ze weer een fors bedrag voor entree, maar wij waren voor de
kliffen gekomen. Zo'n 65 miljoen jaar geleden was het gebied, dat nu Denemarken
is, bedekt door zeewater. Op de ondiepere plekken werd kalksteen en krijt afgezet.
In de loop van miljoenen jaren daalde de zeespiegel en kwamen de kliffen van
krijtsteen en kalksteen droog te liggen. Wetenschappers en archeologen hebben veel
informatie gehaald uit de verschillende lagen van de kliffen. Zo bestaat het onderste
deel van de kliffen uit krijtsteen met microscopische kleine algen en fossielen van
dieren die op de zeebodem leefden. Het grootste deel van de kliffen bestaat uit harde
kalksteen. Tussen de kalksteen en de krijtsteen zit een kleilaag. Daarin zitten veel
fossielen uit de tijd dat de grote meteoriet op aarde terechtkwam waardoor vele
soorten (inclusief de dinosauriërs) uitstierven. Het krijtgedeelte is veel zachter dan
het kalkstenen gedeelte bovenaan de kliffen. Het krijt spoelt geleidelijk aan weg door
het zeewater maar ook door regenwater dat door de bodem naar beneden sijpelt.