Page 30 - tmp
P. 30

Het barse, onbewoonde hoogveengebied betekende in deze orkaannacht de redding
               voor menig eilandbewoner. In de daaropvolgende jaren vestigde een aantal van hen
               zich definitief op het aan alle kanten door zee omspoelde eilandrestant.
               Nordstrandischmoor had zijn eerste bewoners. Van tamelijk welgestelde
               akkerbouwers werden ze eenvoudige Halligboeren die zich bezighielden met visserij,
               het houden van schapen en het steken van turf. Om in de gure herfst- en
               wintermaanden verschoond te blijven van de lange tocht naar Nordstrand, besloot
               men in 1656 tot de bouw van een eigen Halligkerk. Het bedehuis werd gefinancierd
               door de verkoop van in het Wad gevonden resten van Alt-Nordstrander kerken.

               In de loop der tijd zouden stormvloeden hun tol blijven eisen. Zo kostte de Kerstvloed
               van 1717 aan veertien Halligbewoners het leven. In de door pastor Heinrich
               Heimreich opgetekende kronieken wordt vermeld dat de Halligkerk in de golven was
               verdwenen en achttien huizen waren verwoest. Meer dan vijfhonderd schapen en
               koeien zouden zijn verdronken. Tijdens de februarivloed van 1825 reikten de golven
               tot maar liefst viereneenhalve meter boven normaal hoogwater, tientallen
               Halligbewoners verdronken, grote delen van Nordstrandischmoor verdwenen
               voorgoed in zee.
               Begin vorige eeuw werd begonnen met de aanleg van stenen beschoeiingen om
               verder landverlies te voorkomen. Sinds 1933 is het eilandje door een ruim drie
               kilometer lange spoordam met het vasteland verbonden. De dam, die oorspronkelijk
               was bedoeld voor het vervoer van bouwmaterialen ten behoeve van
               kustbescherming, wordt door Halligbewoners frequent gebruikt om met hun
               zelfgebouwde lorries naar het vasteland te reizen of gasten naar het eiland te
               brengen.





















               De aanlegsteiger van Nordstrandischmoor               Weg naar de Neuwarft

               Vanaf de steiger liep een smal asfaltweggetje door het vlakke, groene gebied naar
               de Neuwarft, de eerste terp met daarop een boerderij en een uitspanning om de
               dagelijks komende gasten te versnaperen. Op het grasland zag het paars van de
               zeeasters, ook wel zulte genaamd. Ook bloeide er de lamsoor met eveneens paarse
               bloemen. Er graasden koeien en schapen. Met de prachtige wolkenluchten erboven
               bleven we maar plaatjes schieten. Bij de Neuwarft aangekomen liepen we door naar
               de Schulwarft of Amalienwarft. Dit is de tweede Warft op dit eilandje. Hier woont de
               onderwijzer en zijn gezin en er is een leslokaal voor de drie schoolgaande kinderen.
   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35