Page 12 - tmp
P. 12
de
Het begint bij de Abdij van Egmond. De abdij werd in de 10 eeuw gesticht en lag in
gevaarlijk gebied. Noormannen, West-Friezen, de graven van Holland en adellijke
families streden er door de eeuwen om de macht. De abdij had dus bescherming
de
nodig. Aanvankelijk bood de graaf van Holland die bescherming. In de 12 eeuw
werd die taak overgedragen aan een zekere Berwout, een lokaal heerschap. Hij
bezat een boerderij in Egmond. Toen hij beschermer van de abdij werd, liet hij een
versterkt huis bouwen bij die boerderij, "op den Hoef".
In de loop der eeuwen groeide de macht van Berwouts nazaten, het geslacht Van
Egmond. Met die macht groeide ook het Slot op den Hoef. Berwouts versterkte
woning kreeg een stenen ringmuur. Rond 1285 werd er een modern, vierkant kasteel
met donjon gebouwd. Maar ook dit nieuwe slot kon niet alle aanvallen weerstaan. In
1315 werd het verwoest door de West-Friezen. Pas na een aantal jaar werd het
kasteel weer opgebouwd. Allerlei toevoegingen, verbeteringen en aanpassingen
volgden. Het huis van Egmond stond inmiddels in hoog aanzien. Heer Willem IV
werd in 1478 tot ridder van de befaamde orde van het Gulden Vlies benoemd. Een
paar jaar daarna, in 1486, steeg de familie flink in aanzien toen Jan III van Egmond,
bijgenaamd Manke Jan, verheven werd tot graaf. De eerste graaf liet het kasteel rond
1500 uitbreiden met een feestzaal en een nieuwe voorpoort met vier torens. Jans
nageslacht gebruikte het kasteel niet meer als vaste verblijfplaats. De familie was zo
belangrijk geworden dat de leden steeds vaker verbleven in hun Zuid-Nederlandse
bezittingen.