Page 74 - tmp
P. 74

Maar dit betekende niet dat er geen wreedheden in het kamp plaatsvonden. Die
               waren er zeker. Daarbij vonden er zeker 751 mensen de dood in Kamp Vught. Van
               hen werden 329 personen geëxecuteerd op de fusilladeplaats net buiten het kamp.
               De anderen kwamen om van ziekte, honger en uitputting. Net als in andere kampen
               deden zich ook in Kamp Vught gruwelijkheden voor. Het meest bekend is het
               Bunkerdrama van januari 1944, waarbij een grote groep vrouwen gestraft werd met
               opsluiting. Dit was een gevolg van het feit dat aantal vrouwen in opstand was
               gekomen tegen een medegevangene die illegale plannen van andere gevangenen
               bleek door te geven aan de kampleiding, in ruil voor vervroegde vrijlating. Toen dit
               bekend werd, pakten de gevangenen haar matras af, gooiden een emmer water over
               haar heen en verplichtten haar de nacht in de dagruimte door te brengen. Ook
               knipten ze een vlecht af om te laten zien dat ze een verraadster was. Nadat de
               verraadster dit bij de leiding had gemeld werd een vergeldingsmaatregel uitgevoerd
               in opdracht van kampcommandant SS-Hauptsturmführer Adam Grünewald. In het
               kamp waren diverse vrouwenbarrakken met ieder een eigen leider. De volgende dag
               werd de initiatiefneemster door de kampleiding opgesloten in een cel in de nieuwe
               kampgevangenis die de Bunker werd genoemd. Ze weigerde de namen van de
               overige vrouwen te noemen, die bij de ruzie betrokken waren. De vrouwen van barak
               23 besloten zich solidair op te stellen en verklaarden zich allemaal schuldig in de
               verwachting hiermee de strafmaat voor hun opgesloten medegevangene te
               verlichten. Dat was een fatale misrekening, want Grünewald vatte de solidariteitsactie
               van de vrouwen op als muiterij en besloot keihard in te grijpen. Hij liet op 15 januari
               alle vrouwen oppakken en ze onder aanmoediging van SS-Obersturmführer
               Hermann Wicklein opsluiten in twee cellen in de Bunker. Vierenzeventig vrouwen
               werden samengepropt in cel 115, terwijl de overige zeventien in de nabijgelegen cel
               117 gestopt werden. In cel 115 werden zoveel vrouwen op elkaar geperst, dat er echt
               geen een meer bij kon. Normaal gesproken was de cel, waarin de vierenzeventig
               vrouwen die nacht verbleven, bestemd voor twee tot drie gevangenen. Met een
               grondoppervlak van krap negen vierkante meter waren de vrouwen gedwongen om
               tegen elkaar aangedrukt te blijven staan en konden ze zich nauwelijks bewegen, laat
               staan liggen. Er was bijna geen ventilatie. Ze zaten echt als haringen in een ton. Het
               moet daar gruwelijk zijn geweest. Bedenk maar eens hoe dat was met de hitte van
               het opeengepakt zijn plus dat iedereen alles moest laten lopen omdat er geen toilet
               in de ruimte was. Ze hadden enorm dorst, maar door al het vocht kwam salpeterzuur
               vrij uit het verse cement van de nieuwgebouwde cel. Dat gaf lelijke wonden en het
               condenswater op de muren was hierdoor ook niet drinkbaar. De volgende dag, na
               veertien uur opsluiting, werd de cel weer opengemaakt. De bewakers schrokken van
               de enorme stank die naar buiten kwam en de aanblik van de opeengepakte vrouwen.
               Tien hadden het niet overleefd en later stierven er nog een paar door de opgelopen
               ontberingen. De kampcommandant probeerde het vreselijke incident in de doofpot
               te stoppen, maar het lekte gelukkig toch uit. De commandant werd gedegradeerd en
               naar het Oostfront gestuurd, waar hij stierf.
   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79