Page 140 - tmp
P. 140
Oud gebouw van Rømø Rømø in het noorden met de schietrange
We gingen vanaf hier naar het noorden, waar het aanzienlijk rustiger was. In het
gehuchtje Toftum stond het oudste en kleinste schooltje van Denemarken. De Toftum
Skole werd in 1784 gebouwd. Nu is het een museum. Even verder stond een mooi
commandeurshuis de Kommandergården uit de glorietijd van de walvisvaart. Dit is
samen met het schoolgebouwtje een museum maar ook een uitspanning. We reden
verder naar het noorden tot de geasfalteerde weg ophield en overging in een
kiezelweg. Dit pad bleek naar een controlepost van een schietterrein te lopen.
Ik had al eerder harde straaljagergeluiden gehoord en het markante geluid van
snelvuurkanonnen van deze jachtvliegtuigen. Op Terschelling hebben we dat ook
veel jaren meegemaakt. Soms kon je door de herrie elkaar niet verstaan, vooral als
de A-10 Thunderbolt's kwamen oefenen. Deze relatief langzaam vliegende anti-tank
vliegtuigen produceerden een oorverdovend langgerekt geluid bij het schieten dat het
best kan worden vergeleken met een megascheet van een paar honderd decibels.
Gelukkig is dit alweer jaren geleden. De NATO Range Jackpot is geheel opgeheven
en het terrein op de Noordvaarder is weer echte natuur. Vanaf een uitkijkpost op een
dijk kon je het kweldergebied met schapen en paarden mooi overzien. Beneden aan
de dijk was een open gebouwtje. Hier hebben we geluncht. Even later kwamen twee
jets een paar oefenschoten doen. Wat een herrie, maar het vee en de vogels waren
eraan gewend. Op Terschelling zaten scholeksters dicht bij de doelen te broeden
terwijl de kogels ze om de met veren bedekte oren vlogen. We hadden ondertussen
een aardige indruk gekregen van dit eiland en gingen verder op weg naar Esbjerg,
maar eerst wilden we gaan kijken bij het eiland Mandø. Dit is via een grindpad over
de kwelder bereikbaar met laag water. We gingen kijken of het water genoeg was
gezakt om de overtocht te wagen. Als je te laat bent, moet je auto omgebouwd
worden tot amfibievoertuig, anders wordt het een zout avontuur. We lazen dat er
verscheidene domoren van het dak van hun auto gehaald moesten worden, omdat
de vloed te snel kwam opzetten. Wij waagden toch de gok en reden naar de
dijkovergang. Boven op de dijk zagen we dat het pad goed begaanbaar was. Hier en
daar lagen een paar plassen, maar die waren wel te ontwijken. Het was een kleine
10 kilometer lang pad waar je maar 25 km/u mocht rijden. Dat was logisch want de
losse kiezelstenen kletterde continue tegen de wielkasten. Bij een paar stukken
bestond het pad uit harde klei en daar kon je wel een beetje gang maken. Het was
wel een bijzondere rit, een beetje wadlopen, maar dan op wielen. Aan beide zijden
van de dam was een deels begroeid slikgebied ontstaan, geholpen door de vele
palenschermen. Prielen en kleine geultjes lagen aan beide zijden tussen de
kweldergras begroeiing. Het was gelukkig niet druk op de weg, er reden hooguit
drie auto's.