Page 172 - tmp
P. 172

We kwamen aan bij de anderhalve kilometer lange dam naar het eiland Helnæs.
               Het was een plezierige rit over een kronkelend weggetje naar de vuurtoren.
               Onderweg reden we door het dorpje Helnæs met een paar mooie huizen met de
               typische met riet gedekte daken. Ook waren er een paar grote boerderijen die hier
               een beetje lijken op die van Limburg, dus een carré van gebouwen met een grote
               toegangspoort. Uiteindelijk belandden we bij de vuurtoren, het Helnæs Fyr op een
               zuidwestelijk kaap van het eiland. Het was eigenlijk een soort klif. De zee had al
               flinke happen uit de steile rand genomen. We hebben de toren van alle kanten
               vastgelegd, die van vreugde stond te blinken in de zon.











































               Helnæs Fyr

               Diezelfde zon tekende een brede baan van glinsteringen over het donkere zeewater
               van de Kleine Belt. In deze oplichtende baan manoeuvreerde een zeilscheepje dat
               leek te drijven op kwikzilver. Het was een prachtige sfeer hier, echt weer genieten.
               Hierna zijn we doorgereden naar Ollerup waar ons appartement op ons stond te
               wachten. De weg waar het aan zou moeten liggen was gauw gevonden, maar de
               navigatie gaf aan dat we onze bestemming hadden bereikt op een voormalig
               industrieterreintje. Dat kon niet kloppen. We reden door en inderdaad aan het eind
               van de weg was nummer 12. Een oudere dame, die comfortabel in een tuinstoel zat
               achter een laptop, keek een beetje verbaasd naar ons. Ik liet haar het adres zien en
               toen wees ze dat we terug moesten naar de hoofdweg. Op de hoek zou het Hartel
               Huis moeten zijn. Dat kopte precies. Truus van de navigatie zat er een honderd
               meter naast. Toen we het weggetje inreden, hadden we de ingang niet gezien.
               We kwamen bij een stel gebouwen, waarvan het leek of het een oude kazerne
               of zoiets was geweest. Er stond een deur open met een briefje erop.
   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177