Page 180 - tmp
P. 180
De doorgaande wegen zijn altijd breed genoeg, maar de kleine weggetjes zijn vaak
smal en met vele bochten en heuveltjes, dus moet je voortdurend opletten. Omdat
alles behoorlijk kleinschalig is, kom je overal steden, dorpjes en gehuchten tegen,
dus je blijft maar schakelen vanwege de steeds wisselende snelheidsborden en dat
met de zes-versnellingsbak in onze auto. Schakelen is beslist niet mijn hobby. Vanaf
het eiland reden we door naar Nyborg, maar halverwege bogen we af naar de kust
want daar had Lily een vuurtorentje gevonden. Bij zee aangekomen, kwamen we
uiteindelijk aan bij een soort vakantiedorpje. Dat was privéterrein. We reden een
eindje verder over een onverharde weg door een bos, maar dat was toch de
verkeerde richting. Daarom keerden we en vroegen aan iemand in het
vakantiedorpje waar de vuurtoren te vinden was. De man wees het ons, we mochten
onze auto op een groot speelveld parkeren. We liepen naar de waterkant, maar
omdat het hoogwater was, was het zandstrookje langs de kust onder water
verdwenen en moesten we klauteren en klimmen over soms spekgladde rotsblokken
en grote kiezelstenen.
Aalscholvers
Met veel beleid en elkaar vasthoudend kwamen we toch op het kaapje waar de
Elsehoved vuurtoren stond. Eigenlijk was het meer een geleidelicht. In het Deens
heet een vuurtoren fyrtårn, en dat klinkt bij uitspraak praktisch hetzelfde als in het
Nederlands. Het was er wel mooi, het zeewater lag er bijna spiegelglad bij. Op een
stel rotsblokken in zee zaten een paar aalscholver uit te rusten van de visvangst en
lieten hun veren drogen. Het was er zo rustig, geen mens te zien en in de wazige
verte lag het eiland Langeland, dat we ook nog gaan bezoeken.