Page 296 - tmp
P. 296
Er was een forse keus. Lily koos voor een met ham, tomatensaus en champignons
en ik nam er een met ham, kaas en roquefort. Alle twee smaakten ze erg lekker.
Het buikje was weer gevuld. Inmiddels was het droog en scheen zelfs het zonnetje.
Dat maakte de oude kern van het stadje nog mooier om te zien. Vanaf hier liepen we
langs een lange watergang, die dwars door Biel loopt, naar het meer. Het was een
gekanaliseerd riviertje dat heftig stroomde. We kwamen door een klein, maar leuk
aangelegd parkje met een vijver. Hierin stond een reiger op eten te wachten. T e zien
aan zijn sacherijnige kop viel er niet veel te vissen. We zagen al lopend een bord
naar een kabeltram. Ik had dit eerder op de kaart gezien, maar was het vergeten.
Het was niet ver lopen. Het was een mooie en nieuwe kabeltram, die schuin omhoog
de berg opliep in het Juragebergte met een maximale hellingsgraad van 32% naar
het plaatsje Magglingen.
Met de kabelbaan naar Magglingen
De start was op 435 meter en we gingen naar 873 meter, dus een hoogteverschil van
442 meter boven de stad. Het was nog steeds droog en de wolken op de bergtoppen
waren hier hoger dan verderop.
Het bos bij Magglingen
We waagden het erop en stapten in de schuin aflopende cabine. Even later
vertrokken we voor de bijna 1700 meter lange rit naar boven. Na een paar minuten
stonden we in het dorpje Magglingen. Daar was niet zoveel aan. Wel was er een
groot gebouw, de Federale Universiteit voor Sport. Dat is een trainings-, sport- en
congrescentrum voor de Zwitserse sport.