Page 150 - tmp
P. 150
Daar zagen we al iemand met een bordje. Er stond het logo op van de ANWB.
Het was een aardige knul. We kochten bij een stalletje nog wat water en bananen en
toen gingen we op weg. Het eerste stuk was het een vlak gebied maar wel helemaal
begroeid. We zagen een aantal rubberplantages. Onze chauffeur had er goed de
vaart in. Hij heeft zowat de hele weg honderd of nog sneller gereden. Dat kon ook
wel, hoewel de maximumsnelheid 90 km was, maar we reden over brede snelwegen
met niet erg veel verkeer. Af en toe moesten we wel slalommen omdat sommige
auto's consequent op dezelfde baan bleven rijden ongeacht hoe hard ze gingen.
Als er twee dicht bij elkaar zaten op verschillende banen dan ging het als een skiër
op een wedstrijd slalombaan tussen de auto's door. Voor de rest reed hij prima.
Op een gegeven moment begon het te regenen. Het werd echt somber weer, het
leek wel Nederland in november, december. De regen bleef aanhouden tot vlak bij
onze verblijfplaats Khao Sok. Maar voor we daar aankwamen reden we door een
prachtig karstlandschap. Later zouden we er meer van zien. Het is ook een van de
oudste ecosystemen op aarde. De hoge en steile rotspieken waren zwaar begroeid,
alleen de steilste wanden lieten het kalkgesteente zien. Wolkenflarden zweefden om
de bergtoppen heen, een mysterieuze sfeer creërend. We sloegen af van de
hoofdweg en kwamen in een klein lintdorpje met een van de toegangswegen van het
Khao Sok nationale park. Hier gaan wij morgen naartoe. We werden afgezet bij ons
hotel, dat er erg leuk uitzag. De kamers waren ruim opgezette kamers met een
badkamer. Elke kamer was een apart gebouwtje op hoge palen aan de oever van
de Khao Sok rivier.
Rivier de Khao Sok