Page 10 - tmp
P. 10
De veerboot, de "Münsterland", lag al klaar maar we hadden nog ruim tijd, zo'n drie
uur, voordat de boot zou vertrekken. Gelukkig konden we in de terminal wat eten. Lily
nam een Matjesbrötchen en ik nam er een met Krabben, de Duitse naam voor
garnalen, maar ze noemen ze ook wel garnelen. Langzamerhand werd het ook hier
zonniger, zodat de grauwe uitstraling van dit industriegebied een beetje opvrolijkte.
Op het terras van het restaurant stonden de bekende Strandkörben, de rieten
strandstoelen die je veel ziet op de Duitse stranden. Uiteindelijk konden we aan
boord. De veerboot was kleiner dan onze "Friesland". Het was niet druk op de boot.
Vlak voor we zouden vertrekken, holde er een man van boord die naar het restaurant
liep. Hij kwam terug naar de boot en holde weer weg, nu naar de parkeerplaats. Het
duurde en het duurde. Op zijn gemak liep hij weer terug met af en toe een iets snelle
stap. Waarschijnlijk was hij zijn kaartje kwijt, want hij liet wat zien en toen konden we
bijna tien minuten te laat vertrekken.
Vertrek vanuit de Eemshaven.
Het was een vlak zeetje. De grote industriële gebouwen en het woud van
windmolens aan de horizon krompen steeds meer. De loodsboot voer langs. Er was
een loods afgezet op een schip met een paar enorme stukken pijp op het dek.
Daarna zagen we de veerboot, die van Borkum afkwam. Borkum zelf kwam steeds
dichterbij. Het was laagwater dus grote stukken slikplaten lagen droog. Er was niet
veel vogelleven te zien. De koude noordenwind blies over het dek, maar achter het
stuurhuis was het goed uit te houden. Heel in de verte konden we een glimp
opvangen van de gele duinen van Juist. We voeren recht op een lange dam aan met
op het eind een geleidelicht. Aan het eind van de dam was het water zeer roezig
door de hevige stroming en de golven.
De "Munsterland" Geleidelicht