Page 18 - tmp
P. 18
Voor de in armoede levende eilanders veranderde er echter weinig. Ook met het
nieuwe gezag was er ruzie over aangespoeld juttersgoed, dat naast hun
kommervolle bestaan als visser of boer extra inkomsten betekende. Een eeuw later
gebruikten de watergeuzen Borkum als steunpunt, om van daaruit Spaansgezinde
handelsschepen te kapen, katholieke buitenposten te plunderen of eilanden af te
stropen op zoek naar geld en goed. In naam van Oranje werden katholieke
bolwerken als Spiekeroog en Wangerooge overvallen en leeggeroofd. Mede door
Spaanse blokkades van Nederlandse havens ontwikkelde Emden zich tijdens de
reformatie tot een van de belangrijkste havensteden en stapelplaatsen van Europa.
Zo vestigden zich Hollandse kooplieden en reders in de Noord-Duitse havenstad,
nam het scheepvaartverkeer op de Eems aanzienlijk toe en liet het Emder
stadsbestuur in 1576, op de plek waar ooit de Borkumer eilandkerk stond, een
vuurtoren bouwen. Nog altijd geldt de Oude Vuurtoren in het hart van de stad als
de
symbool van het eiland. Begin 18 eeuw zou de walvisvaart Borkum opstoten in de
vaart der volkeren. Eilanders monsterden aan op brikken en fluitschepen van reders
uit Emden, Hamburg en Holland om in de wateren rond Spitsbergen en Groenland
op robben en walvissen te jagen. Vergeelde monsterrollen verraden dat in
hoogtijdagen jaarlijks meer dan tweehonderd Borkumers als commandeur,
speksnijder, stuurman of harpoenier in het vroege voorjaar uitvoeren, om ín het
poolgebied met gevaar voor eigen leven hun wrede werk te doen. Naast de
walvisvangst bracht ook de handelsvaart op Borkum geld in het laadje. Zo kende het
de
eiland halverwege de 18 eeuw meer dan twintig koopvaardijschepen die
voornamelijk op Hamburg, Bremen en Amsterdam voeren. Meer nog dan de vrijwel
uitgeroeide noordkapers en Groenlandse walvissen maakten de Vierde Engels-
Nederlandse Oorlog (1780-1784) en het door Napoleon opgelegde handelsembargo
tegen Engeland een einde aan een periode van ongekende welvaart.