Page 122 - tmp
P. 122
Ook hier moest je je "toegangskaartje" laten zien. Alles lijkt vercommercialiseerd op
dit eiland. We gingen nu door naar de noordelijkste punt van het eiland. Het eiland
lijkt hier op een licht gebogen linkerhand, waar je van de zijkant naar kijkt. Dus de
vingers gebogen richting de top van de duim. De Duitsers noemen het echter de
Ellenboogen. Hierdoor was een prachtige baai ontstaan, de Königshafen. We reden
over een hele slechte weg waar je maar 30 km mocht rijden. Aan de noordelijke
bovenrand van het eiland waren nog eens twee vuurtorens te zien, de List West en
List Oost, genoemd naar het plaatsje dat aan de onderkant van de baai lag. Op weg
naar de eerste toren kwamen we langs een hokje. Of we even € 6,00 wilden dokken,
want we kwamen nu op privéterrein. Als je maar genoeg geld hebt, koop je gewoon
een prachtig stuk eiland en kan je toeristen melken. Dat uitmelken doen ze goed.
Tot de laatste druppel word je hier uitgeknepen, tenminste zo ervoeren wij dat.
Overal moet je betalen voor het parkeren. Het wemelt van de borden met een
parkeer- of stopverbod. Het is één grote toeristenfuik. Maar om de laatste twee
vuurtoren te zien van de vijf op dit eiland was geen barrière te hoog. We kwamen
op een smalle betonweg met een grindweg ernaast. Die moest je delen met fietsers
en wandelaars. Je mocht er ook maar 30 km/u rijden en terecht. De List West was
een wit-rode vuurtoren waar je vlakbij kon komen.
In List West stond de vierde vuurtoren
Een paar kilometer verder lag de List Ost boven op een duin, ook rood-wit. Aan de
voet van het duin woonde de eigenaar van de grond en die wilde niemand op zijn
terrein hebben. Er was een wacht- en stopverbod over een paar honderd meter om
de rust van de eigenaar te verzekeren. Je kon alleen vanaf het strand wat dichter
bij de toren komen, maar dan moest je een paar kilometer door mul zand sjokken.