Page 118 - tmp
P. 118

Nadat we van de trein waren gereden besloten we om eerst naar het zuiden te rijden.
               Op de uiterste punt staat een vuurtoren die we al vanaf Amrum hadden gezien.
               Het was een leuke rit over een rustige weg voornamelijk door duingebied. Onderweg
               zagen we het beroemde strandpaviljoen Sansibar, speelplaats voor de rijken.
               Daar zouden we later gaan kijken. In Hörnum zetten we de auto neer. De vuurtoren
               hadden we al gezien uit de verte. Vanaf de boulevard zou de toren het best te zien
               zijn. We liepen de boulevard op en werden tegengehouden. We moesten eerst
               dokken. Per persoon € 4,00 om op de boulevard te mogen lopen. Het kaartje was
               wel de hele dag geldig voor alle stranden. Zoiets zou je eens op Terschelling moeten
               proberen, dan brak de revolutie uit. Het was een leuke vuurtoren van 33 meter hoog
               en rood-wit gestreept. Die hadden we binnen. We zijn nog even bij de haven gaan
               kijken, maar daar was niet veel te doen. We reden terug in noordelijke richting.
               We wilden even wat beelden schieten van de Sansibar strandtent, de iconisch
               uitspanning. Alleen maar even parkeren voor een foto te maken kostte al € 4,00.
               Daar hadden we geen zin in. Als je een restaurant hebt dat meer dan twintig miljoen
               Euro per jaar omzet en je gerechten zijn peperduur, dan vinden we het wel heel
               graaierig om ook nog parkeergeld te innen. Wat ik trouwens opvallend vond, er
               zouden hier veel dure auto's rijden. Ik was al bang om uit de toon te vallen met mijn
               Dacia Duster, die men wel eens gekscherend de Gouden Koets noemt vanwege zijn
               goudachtige kleur. Gelukkig ontbreken de koloniale tafrelen op onze deuren. Ik heb
               de hele dag vier Porsche’s gezien en de rest was allemaal ordinair blik op een paar
               Tesla's na. Ik had verwacht te moeten wedijveren met Rolls Royses, Bentley's,
               Lamborghini's en Ferrari's. Niets van dat al. Onze volgende stop was bij het plaatsje
               Rantum. Hier is het eiland op z'n smalst. Er ligt hier tussen de Noordzee en de
               Waddenzee slechts 600 meter. Het dorp is vernoemd naar de Noordse zeegodin
               Ran. Het is hier een kwetsbare plek waardoor het dorpje veel te lijden heeft gehad.
               Stormvloeden en stuivende duinen hebben in de loop van de eeuwen hun tol geëist.
               We zijn hier gestopt om even rond te kijken. Er was een leuk, klein haventje dat nu
               helemaal droog lag. De paar bootjes lagen machteloos op het droge.




















               Het haventje van Rantum

               Het was alleen maar slik, maar dat zag er prachtig uit met allemaal patronen door
               geultjes ontstaan door het vloeiende water. De blauwkleurige plasjes water die over
               waren staken opvallend af tegen de zwarte prut. We reden door naar Kampen.
               Hier staat sinds 1855 een vuurtoren. De zwart-witte vuurtoren is gebouwd in opdracht
               van de Deense koning Frederik VII. De toren is bijna veertig meter hoog en is het
               oudste lichtbaken op Sylt. Het was een prachtige, klassieke vuurtoren.
   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123