Page 238 - tmp
P. 238
Voor elk beeld stond een grote holle steen met speakers erin. Hieruit vloeide de
muziek die rekening hield met het uur van de dag en de getijden. Hier en daar lagen
mensen rustig te luisteren of stonden op het middelpunt van de kring, want daar
hoorde je het geluid het beste. Uit elke speaker klonk een variatie op het thema dat
was ontworpen door componist Gunner Møller Pedersen. We hebben hier een tijdje
gezeten om alles op ons in te laten werken. Vanaf hier hadden we een mooi uitzicht
op de Smålandzee. Toen we uitgekeken waren, reden we naar de uiterste zuidpunt
van Lolland. We kwamen aan bij het Saksfjed-Hyllekrog vogelreservaat. Dit was een
mooi afwisselend gebied met duintjes en kwelders. We waren hier voor de Hyllekrog
vuurtoren. Die bleek op een lang, heel smal schiereiland te liggen, het Drummelholm
schiereiland dat zo'n 4,5 kilometer lang was en zo'n 50 meter breed. Op twee derde
deel werd het wat breder en heette dan Hyllekrog en daarop lag de vuurtoren.
We moesten een stuk over een onverharde kiezelweg rijden en de achterkant van de
auto werd nog stoffiger dan dat ie al was. Van achteren gezien leek het wel of we de
Dakar Rally aan het rijden waren. Alleen tijdens onze reis door IJsland zag onze
vorige auto er nog stoffiger uit. Aan het eind van de weg klommen we de dijk op en
keken uit over een kwelderachtig gebied met een kudde koeien. Een deel van de
beesten stond in het water te herkauwen, waarschijnlijk om af te koelen, want het
was behoorlijk warm en er stond nauwelijks wind. Het waren allemaal grote runderen
met een kortkrullende vacht in diverse kleuren. Ik wist niet of het één soort was, maar
zo leek het niet. Er was een enorme zwarte stier en ook zwarte koeien, maar er
waren er ook die bruin of zelfs crème-wit waren.
De koeien hadden het warm
Tevens liepen er een paar zwarte met een witte band in het midden, waarschijnlijk
Belted Galloway's. Op Terschelling hebben we de gewone Galloway's rondlopen.
De jongere, bruine koeien leken wel beren met hun ruige vachten. We gingen het
schiereiland op naar de vuurtoren. Ver in de verte was die wazig te zien. Het was
geen gemakkelijk pad, allemaal los zand, dus zwaar lopen met de warmte. Aan de
linkerkant kabbelde de Oostzee aanlokkelijk en aan de andere kant was het een
soort waddengebied. We sjokten door in het mulle zand met heel af en toe een
harder stukje. Een paar meter naast ons lag het zand-kiezelstrand, maar ook daar
was het zwaar lopen. De vuurtoren kwam maar niet dichterbij. Het was zo'n 4,5
kilometer er naartoe. Hij wenkte ons, van kom maar. Maar we legden het bijltje
erbij neer.