Page 260 - tmp
P. 260

Dat was wel te merken. Het was behoorlijk druk en alle plaatsjes waren echte
               badplaatsjes. Bij een lange dijk zijn we gestopt. Overal moet je hier betalen om te
               parkeren. Wij liepen de dijk op en toen werd het een smalle duinenrij met aan de voet
               een lang, maar erg smal strand, natuurlijk met strandkorfen. Het strand liep met een
               grote boog als in een baai. Er waaide een frisse wind boven op het duin. We reden
               door naar de noordelijkste punt waar het plaatsje Prerow lag aan het Darßer Ort.
               Dit moest een mooi natuurgebied zijn met ook nog eens een vuurtoren. Die was
               alleen te voet of de fiets bereikbaar en de tien kilometer zou ons twee uur kosten.
               Dat hadden we er niet voor over. Op zich was het hier een bijzonder gebied, zout en
               zoet water, meren en geulen, eilandjes, echt interessant gebied, maar helaas zou dit
               moeten wachten op een nieuwe reis en dan hier met de fiets rondtoeren. We reden
               verder door grote bosgebieden naar Stralsund. Hier kwamen we terecht in een
               wirwar van snelwegen met op de achtergrond een enorme brug die naar het eiland
               Rügen liep, onze eindbestemming. We moesten over deze Rügenbrücke. Dat is een
               originele naam voor deze reusachtige brug vanaf het plaatsje Stralsund over de
               Strelasund naar het eiland Rügen. De brug was bijna drie kilometer lang en het
               brugdek lag 42 meter boven zee. Over de brug liepen drie rijstroken. Naar het eiland
               één en vanaf het eiland twee. Dit type weg zou zo blijven tot ver op het eiland waarbij
               de twee rijstroken steeds afwisselend een paar kilometer of aan de ene kant van de
               weg of de andere kant lagen, zodat je wel steeds ruimte kreeg om zo nodig te
               passeren. Het eiland was totaal anders dan ik mij had voorgesteld. Ik moet nu diep
               graven in mijn herinnering. In 2000 hebben we een reis naar Polen gemaakt en toen
               kwamen we dicht bij dit eiland. Sinds die tijd hadden we in het hoofd dit eiland nog
               een keer te gaan bekijken. Nu was het zover. We reden op een drukke snelweg met
               viaduct na viaduct. We hadden landelijke weggetjes verwacht en een voortkabbelend
               landschap met eenvoudige agrariërs, die 's avonds uit een gezamenlijke pan
               aardappels met uitgebakken spek zaten te eten, met als hoogtepunt een bordje
               zelfgemaakte rijstebrij of watergruwel. Het was nu toch even anders, een snelweg
               met een bijna constante stroom auto's in beide richtingen. Waar moet het heen met
               deze wereld?   Een enorme opsteker was dat er drie kraanvogels met hun





               gestrekte nekken vlak over onze auto vlogen. Even later zagen we er op een veld
               zeker vijftig. Daar kreeg ik wel een kick van. Het Duitse eiland Rügen is in de herfst
               één groot tankstation voor trekkende kraanvogels, net als het Darßer Ort hoorden
               we later op Rügen.



















               De haven van Sassnitz                                 De pier van Sassnitz vol met aalscholvers
   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265