Page 48 - tmp
P. 48

Drieënvijftig jaar lang dijkten de Pellwormer samen met Hollandse dijkenbouwers de
               ene na de andere polder in. Het nieuwverworven land trok boeren van buitenaf die
               op de vruchtbare klei veeteelt bedreven en graan verbouwde. Het zou het eiland
               tussen 1660 en 1717 een periode van ongekende welvaart opleveren. Stormvloeden
               maakten in de loop van de 18  eeuw echter een eind aan deze bloeitijd. Polders
                                               de
               overstroomden, ziektes braken uit, de bevolking viel terug in armoede. Na de
               Halligvloed van 1825 werden de dijken zodanig verhoogd en versterkt dat Pellworm
               gevrijwaard bleef van overstromingen. Met het inpolderen van de Bupheverkoog in
               1939 kreeg het eiland zijn huidige contouren. Vandaag de dag worden de twaalf
               vruchtbare polders beschermd door een vijfentwintig kilometer lange, acht meter
               hoge zeewering. Zonder deze dijk zou het eiland twee keer per etmaal volstromen.
               Evenals Nordstrand is Pellworm een eiland van boeren. Zo’n vijftig agrariërs
               verbouwen er hun aardappelen, koolzaad en graan. Koeien begrazen de weides,
               schapen houden het gras op de dijken kort. Pas in de jaren negentig van afgelopen
               eeuw werd toerisme de grootste inkomstenbron op het eiland.

               Toen we aankwamen op het eiland moesten we even wachten op de bus die ons
               gratis naar het hoofdplaatsje zou brengen. We werden vlak bij een fietsverhuurder
               afgezet, die ons twee Gazellefietsen verstrekte met zeven versnellingen. Het waren
               prima fietsen met een mandje achterop. Dat was voor Lily een uitkomst. Ze heeft al
               maanden last van een peesschede-ontsteking in haar linkerschouder, die maar niet
               over wil gaan. Dat veroorzaakt veel pijn en de dagelijkse dosis paracetamol verzacht
               dit maar een beetje. Ze hoefde nu haar rugzak niet te dragen, die kon mooi in het
               mandje. Het waaide een dikke 4 Bft, maar met de versnellingen was het goed te
               doen in de tegenwind. We begonnen onze tocht langs de zuidelijke dijk en reden
               buitendijks. Gelukkig zijn we op ons eiland wel gewend om met tegenwind te rijden.
               Het was een aangename temperatuur en de zon deed flink z'n best. In de verte
               zagen we wel een paar buien, maar wij lagen ver buiten het bereik daarvan.
               Op de dijk graasden schapen, net als bij ons, dus het voelde een beetje als thuis.
               De eerste stop was bij de vuurtoren van ruim 41 meter hoogte met rood-wit banden.
   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53