Page 52 - tmp
P. 52
Kerkgeschiedenis
de
De oorspronkelijke houten kerk dateert vermoedelijk uit de 10 eeuw, waarmee de
Sint Salvatorkerk tot de oudste kerken van Schleswig-Holstein behoort. De huidige
stenen versie van het godshuis stamt uit 1095. De kerk staat vol schatten. Een uit
eikenhout gesneden laatgotisch vleugelaltaar uit 1460, een met reliëfs gedecoreerd
bronzen doopvont (1475), afkomstig uit het tijdens de Burchardivloed verdwenen
kerkje van Buphever; zelfs een biechtstoel uit 1691, in een lutherse kerk nota bene.
Pronkstuk van de Sint-Salvatorkerk is het in begin 1700 vervaardigde orgel. Aan de
de
westzijde van de kerk bevindt zich de markante 13 -eeuwse torenruïne die ooit met
het schip was verbonden. Nog altijd zijn resten van gotische ramen en gaten, om
balken in te verankeren, zichtbaar. Behalve als klokkentoren diende het bouwwerk
de
als baken voor zeelieden. In de 15 eeuw bood de toren onderdak aan een beruchte
zeerover. In 1611 stortte "der Finger Gottes" gedeeltelijk in, waardoor van de
oorspronkelijke 56 meter nu nog iets meer dan de helft overeind staat.
De bakstenen torenstomp met een mooie roodbruine kleur stond te schitteren in de
zon. We hadden deze ruïne al diverse keren op foto's en in films over het gebied
gezien, maar nu stonden we er zelf bij. De Alte Kirche stond zo'n 2½ meter van de
ruïne af. Uit de kerk klonk mooie orgelmuziek. Om de kerk lag een kerkhof.
Al fietsend langs de dijk hadden we nauwelijks mensen gezien en toen we bij de kerk
aankwamen, liepen er maar twee mensen rond. Maar we waren net druk bezig om
alles vast te leggen of er stopte een bus. Hieruit rolde de groep LKN.SH-ers die we
op de boot zagen. Het gevoel van exclusiviteit verdween als sneeuw voor de zon.
We waren net het kerkje ingegaan dat nu ineens vol mensen stond. Gelukkig bleven
ze niet lang, toen hadden we de prachtige kerk weer voor ons alleen. In het stuk van
de geschiedenis staat uitvoerig beschreven wat er allemaal te zien was. De enorme
koperen kroonluchter trok ook veel aandacht.
Ondertussen speelde de organist onaangedaan verder, slechts onderbroken door
een telefoontje. Ook kerkorganisten gaan mee met de moderne tijd. We hadden voor
alle zekerheid broodjes mee voor als we niet konden lunchen. Er was een restaurant
naast de kerk, maar dat was dicht. Ook verderop was een horecagelegenheid
gesloten, eind van het seizoen waarschijnlijk. We reden langs de dijk verder naar
Achtern Diek. Dat klinkt heel Terschellings. In het Westerse dialect van het eiland,
het Schylingers, heet het plekje achter de havendam waar vroeger de kinderen
zwemles kregen en er nu nog steeds (het hele jaar) wordt gezwommen: achter diek.
We zitten natuurlijk in Nord-Friesland, waar ook Friese dialecten worden gesproken.