Page 142 - tmp
P. 142
Ik ben maar even gaan verkennen, zeulen met de koffers is niet echt onze hobby.
Ik kwam bij een hek en dat was gelukkig open, zodoende kwam ik bij een groot huis.
De voordeur van het huis was ook open. Binnen was een man aan het werk.
Dat bleek de beheerder te zijn. Nu kon ik Lily gaan ophalen en namen we natuurlijk
onze koffers mee. We kregen een grote, ouderwetse kamer met uitzicht over de
haven en de oude stad, die werd gedomineerd door een groot kasteel. Portovenere
omvat in feite de drie dorpen Fezzano, Le Grazie en Portovenere, en de drie
eilanden Palmaria, Tino en Tinetto. In 1997 werden Portovenere en de dorpen van
Cinque Terre door UNESCO aangewezen als Werelderfgoed. Opvallend was de
grote poort aan de voet van het stadje, die onmiddellijk opviel. Aangenomen wordt
ste
dat de oude Portus Veneris dateert uit minstens het midden van de 1 eeuw voor
Christus. Er wordt gezegd dat de naam verwijst naar een tempel voor de godin
Venus die zich op het voorgebergte bevond waar nu de St. Pieter kerk staat, maar
daarover later. De naam is ook in verband gebracht met die van de kluizenaar Sint
Venerius.
In de Romeinse tijd was de stad in wezen een vissersgemeenschap. Na de val van
het West-Romeinse rijk werd Portovenere de basis van de Byzantijnse vloot in de
noordelijke Tyrreense Zee, maar werd in 643 na Christus door de Longobarden
verwoest. Later was het een frequent doelwit van Saraceense invallen. Portovenere
is een tijd leengoed geweest van een familie uit Vezzano voordat het in het begin
de
van de 12 eeuw overging naar de Republiek Genua. In 1494 werd het getroffen
door een verwoestend bombardement door de Aragonese vloot tijdens hun oorlog
met Genua, vervolgens nam het oude deel van de stad in belang af. De Fransen
hebben hier ook nog gezeten ten tijde van Napoleon. Het is hier ook allemaal
geschiedenis in Italië.
We hebben eerst kwartier gemaakt. De man die bij onze aankomst ons wegwijs
maakte raadde ons een restaurant aan. Het liep ondertussen ook al tegen etenstijd.
Het restaurant lag aan de haven met uitzicht op het eiland Palmeria. Het eten was er
prima, maar het is hier supertoeristisch. Zoals zo vaak in toeristische gebieden leken
alle menukaarten op elkaar met hier en daar een klein prijsverschil. Natuurlijk waren
de prijzen ook wat hoger. Wat waren we in San Marino verwend met een grote
variëteit aan maaltijden en bescheiden prijzen. Op de menu's hier prijkten vooral
gebakken en gegrilde zeedieren, zoals garnalen, langoustines, inktvissen en een
paar vissoorten zoals tonijn, kabeljauw en dorade, dat is een zeebrasem. In het
geadviseerde restaurant Elettra was niet heel veel keus vonden wij, tenzij je genoeg
geld op tafel wilde leggen. We kozen allebei voor een gefrituurde schotel met
garnalen, langoustines en pijlinktvis (calamari in het Spaans). Het was smakelijk,
maar niet bijzonder. De witte huiswijn was goed te drinken. Toe nam Lily een
semifreddo. Dat betekent letterlijk half koud en is een bevroren mousse. De mousse
is bereid met eigeel, suiker, room en opgeklopt eiwit. Het was heerlijk. Ik nam een
soufflè al pistacchio. Dat was een warm schuimig chocoladetaartje gevuld met een
pistachenotencrème. Ook dat was erg lekker. Na het eten hebben we nog even
gewerkt, tot de oogjes begonnen dicht te vallen. Een snelle douche en toen kropen
we in het kingsize bed.