Page 218 - tmp
P. 218
Het is een wonder hoe ze zoveel tafeltjes op een klein oppervlak kunnen persen.
Zelfs voor ons, slanke dennen, was het lastig om ons tussen de tafeltjes met etende
mensen te persen. Ik ben helaas genoodzaakt om steeds woorden als persen te
gebruiken, want we zijn niet op veel plekken geweest tijdens al onze reizen, die
continue zo druk waren. Het leek vandaag erger dan gisteren. We bestelden een
ciabatta met tomaat en tonijn, dat was voor ons voldoende. Het prikwater stilde de
dorst. Hierna hebben nog een tijdje naar de drukte zitten kijken vanaf de havendam.
Later zijn we met de trein teruggereden naar Riomaggiore. Het was ook op het
station erg druk, maar wij liepen naar de laatste wagon. Het was weer een
dubbeldekkertrein. Die rijden de hele dag het stuk van La Spezia naar Levanto en
vice versa om de dertig minuten. Alle wagons zaten propvol, maar bij de laatste
wagen was het bovendeel helemaal leeg. We zaten als adelen in onze eigen wagon.
Teruggekomen hadden we tot het eind van de middag nog even tijd voor wat
computerwerk en toen zijn we gaan eten. Lily nam spaghetti met zeevruchten,
mosselen, garnalen en venusschelpen. Ik nam lasagne, tenslotte zitten we in Italië.
Het eten was niet bijzonder, maar smakelijk. Mijn lasagne was tegen het lauwe aan,
maar smaakte daardoor niet minder. Ik maakte er een opmerking over en bij onze
toetjes kregen we daarom alle twee een glaasje limoncello. Helaas voor Lily moest ik
beide glaasjes opdrinken bij mijn toetje, merengue met slagroom. Heel lekker maar
alle verlies van calorieën vandaag met de wandeling zaten er in een paar minuten
weer bij. Lily nam profiteroles al cioccolato, ook niet een toetje om je zwembandjes
te laten verdwijnen. Na het eten zijn we weer naar de haven gelopen om even een
luchtje te scheppen. We hadden al gemerkt dat het vandaag een beetje waaide.
Niets vergeleken met de wind die wij vaak op het eiland hebben, maar de anders
spiegelgladde Middellandse zee was een ruige golvenbak geworden. Met donderend
geweld stortten de golven zich op de weerbarstige kust en de dam die de haven
moest beschermen. Het water spoot met doffe klappen hoog op. Dat een beetje wind
al zo'n effect heeft op deze zee. Het was hooguit 4 - 5 Bft. Toen wij in Patagonië
waren en vertelden dat we op een eiland woonden en daar toch vaak wel harde wind
hadden, lachten ze zich een kriek. Ze vertelden dat het in Patagonië pas waait als de
rotsblokken langs de ramen waaien. Pas een echte storm was, als de beladen
muilezels, waarmee alle eten en Gato Negro wijn in literpakken naar de berghut werd
gebracht, voorbij de ramen kwam waaien. Op een "windstille" dag werden wij haast
met volle rugzakbepakking van het bergpad afgeblazen. Maar we zitten nu in Italië,
morgen onze laatste volle dag hier en dan gaan we weer verder.