Page 116 - tmp
P. 116
Haringvisserij was in die jaren de voornaamste bron van inkomsten voor de
eilanders. Daarnaast werden jutten en strandjen zo’n beetje tot volkssport verheven.
De aangestelde strandvoogden waren niet bij machte op te treden. Sterker nog, in
1682 werden alle huizenbezitters in Rantum inclusief strandvoogd Boh Nissen
aangeklaagd wegens strandroof. Strandvoogden deden er sowieso beter aan een
oogje toe te knijpen. Toen de overijverige Rantumer strandvoogd Niss Bohn zeven
mannen wegens strandroof had aangegeven, werd hij kort daarop doodgestoken.
De daders zijn nooit veroordeeld.
Door teruglopende haringvangsten en de opkomst van de walvisvaart ging
halverwege de 17 eeuw op Sylt het roer om. Meer dan de helft van de mannelijke
de
eilanders monsterde aan op Hollandse en Hamburger walvisvaarders om als
stuurman of scheepstimmerman in het vroege voorjaar naar de ijskoude wateren
rond Groenland of Spitsbergen te zeilen, waar hen rijkdom, maar ook dikwijls de
de
dood wachtte. Toen de walvisvaart begin 19 eeuw ten einde liep, koos het
merendeel van de eilander zeelui voor de koopvaardij. Aan boord van Nederlandse
of Engelse handelsschepen voeren ze als kapitein of stuurman over de wereldzeeën.
Van het vergaarde fortuin lieten ze in Keitum hun kapiteinshuizen bouwen, waarin
ze zich na hun actieve zeemanstijd terugtrokken.
Na de Tweede Duits-Deense Oorlog in 1864 werd Schleswig en daarmee ook Sylt
definitief aan Pruisen toegevoegd. Halverwege de 19 eeuw begon het toerisme
de
stilaan op gang te komen. Tussen Hejer en Munkmarsch, zelfs tussen Hamburg en
Munkmarsch, later tussen Hamburg en Hörnum kwamen reguliere veerverbindingen
tot stand, op het eiland werden hotels gebouwd en spoorwegen aangelegd. De
opening van de Hindenburgdam in 1927 gaf Sylt een directe railverbinding met het
vasteland waarmee de deuren voor eilandbezoekers wagenwijd werden opengezet.
Met de opkomst van het nationaalsocialisme trokken vele naziprominenten naar het
eiland. Zo liet Hermann Göring in Wenningstedt een strandhuis bouwen. Hoewel Sylt
en zijn bewoners zeker geen fascistisch bolwerk vormden, werd wel degelijk rekening
gehouden met veranderende tijden. Hoteliers en uitbaters van restaurants weerden
joodse gasten, op de boulevard van Westerland wapperden vlaggen met
hakenkruizen. In de Tweede Wereldoorlog werd Sylt tot spergebied verklaard. Van de
Ellenbogen in het noorden tot de zuidkust bij Hörnum werden bunkers gebouwd en
stukken afweergeschut in de duinen geplaatst. Omdat de Duitsers een mogelijke
invasie over de Noordzee niet uitsloten, werden op het eiland zo’n 13.000 soldaten
gestationeerd. Tot oorlogshandelingen zou het echter nooit komen.
Begin jaren vijftig keerden de eerste vakantiegangers terug op Sylt. Het zou de
opmaat zijn voor een toeristenindustrie die in het Waddengebied haar weerga niet
kent.
Sylt is in de streng Waddeneilanden wel een bijzonder eiland. In het begin van de
vorige eeuw kwamen er vooral schrijvers, schilders en vrijdenkers naar Sylt op zoek
naar rust en inspiratie, maar sinds de jaren zestig werd het imago van het eiland
bepaald door een bonte mix van prominenten, parvenu’s, captains of industry en
ijdeltuiten. Of zoals ze op Sylt zeggen: "Im Sommer kommen die Neureichen, im
Herbst die Steinreichen", zo schrijft Ernst Jan Prins in zijn dikke "bijbel" van de
Waddeneilanden en: "De huizenprijzen op Sylt stijgen ver uit boven die in hartje
Berlijn. Voor een vierkante meter bouwgrond wordt grif € 20.000 betaald. Sylt, vaak
in een adem genoemd met extravagantie, luxe en grootkapitaal, waar Porsche,
Botox en Cartier op een voetstuk staan en burgerlijkheid met briljanten lijkt afgezet."
Zo, nu weet je hoe het daar zit.