Page 82 - tmp
P. 82
Föhr kwam in zicht
Eerst maar even de geschiedenis, dan hebben we die gehad.
Geschiedenis
Hoewel Amrum, Sylt en Föhr nogal van elkaar verschillen, hebben de eilanden een
en dezelfde ontstaansgeschiedenis die teruggaat naar de voorlaatste ijstijd, zo’n
150.000 jaar geleden, Immense ijsmassa’s stuwden enorme hoeveelheden zand en
steen voor zich uit, die achterbleven nadat het ijs zich terugtrok. De zo ontstane
stuwwallen vormden de kern van deze geesteilanden. Prehistorische grafheuvels
en talrijke archeologische vondsten wijzen erop dat Föhr reeds in het neolithicum
bewoond moet zijn geweest. Na de grote volksverhuizing, waarin Angelsaksische
stammen vanuit de kustvlaktes van Noord-Duitsland en Jutland naar de Britse
eilanden trokken, raakte het gebied ontheemd. Het waren de Vikingen uit het hoge
noorden die de ontstane leemte tussen 700 en 800 na Chr. opvulden, later gevolgd
door de Friezen. Evenals Amrum werd ook Föhr in 1231 voor het eerst vermeld in
de Liber Census Dania, het Grondboek van de Deense koning Waldemar III. In 1252
kwam de noodlijdende eilandbevolking in opstand tegen de Deense koning Abel,
toen deze met geweld een belastingverhoging probeerde door te voeren. Er volgde
een gewapende strijd waarbij het koningsleger in de pan werd gehakt en de Deense
vorst het leven liet. Sindsdien verdroegen de Deense gezagsdragers en de
eigenzinnige eilanders elkaar op basis van wederzijds respect. In 1435 werd Föhr,
dat in de districten Osterharde en Westerharde was onderverdeeld, staatkundig
gesplitst, waarbij Westerlandföhr Deens bleef en Osterlandföhr onder invloed kwam
van de hertogen van Schleswig. Tussen de 13 en de 15 eeuw kenmerkte het
de
de
eilandleven zich door bittere armoede. Met veeteelt, zoutwinning uit turf en het
verbouwen van graan probeerden de eilanders een bestaan op te bouwen.