Page 98 - tmp
P. 98

Na ruim twee uur varen kwamen we aan op het volgende eiland van onze reis.
               Al van verre zagen we de vuurtoren. Dat is geen wonder, het licht is met 42 meter het
               hoogste kustlicht aan de westkust van Schleeswijk-Holstein. De aankomst in Wittdün,
               het hoofdplaatsje, was niet bijzonder. Een aantal moderne bakstenen huizen en een
               groot havenplein met drie scheepsbruggen. We moesten natuurlijk weer Kurtax
               betalen en konden daarna zo doorlopen naar de fietsverhuur. Gelukkig waren we net
               een groep voor, dus we waren zo op weg. Maar eerst even de geschiedenis van dit
               eiland.

               Geschiedenis
               Voor de geologische ontstaansgeschiedenis van Amrum gaan we terug naar de
               voorlaatste ijstijd, zo’n 150.000 jaar geleden, Gletsjertongen schoven enorme
               massa’s keileem en zand voor zich uit, die achterbleven nadat het ijs zich terugtrok.
               De resten van deze morenen vormen de kern van het eiland. De oudste sporen van
               bewoning dateren uit het neolithicum, tussen 5.000 en 1.500 voor Chr. Een treffend
               voorbeeld is het hunebed in de duinen niet ver van het dorpje Nebel. Grafheuvels uit
               de bronstijd, restanten van dorpen uit de ijzertijd, overal op Amrum vinden we nog
               overblijfselen van vroege bewoning. Of de Ambronen, die samen met de Teutonen en
               Cimbren rond 100 voor Chr. Romeinse legers het leven zuur maakten, van Amrum
               afkomstig waren, blijft onduidelijk. Na de grote volksverhuizing (150-400 na Chr.),
               waarin Germaanse stammen vanuit de kustvlaktes van Noord-Duitsland en Jutland
               naar de Britse eilanden trokken, zakten de Vikingen af naar het zuiden. Zij zagen in
               Amrum een welkom steunpunt voor hun plundertochten langs de kusten rond de
               Noordzee. Rond 900 deden de Friezen uit de lage landen hun intrede op het eiland.
               De naam Amrum dook in 1231 voor het eerst op in de Liber Census Dania, het
               Grondboek van de Deense koning Waldemar II. Hoewel het eiland in die tijd deel
               uitmaakte van het koninkrijk Denemarken, liet het Deense hof zich weinig gelegen
               liggen aan deze uithoek, waar eilandbewoners de kost verdienden met haringvisserij,
               kleinschalige landbouw en de winning van zout uit turf.


































                                                 De eerste vuurtoren van Amrum
   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103