Page 200 - tmp
P. 200

We hebben bijna de hele tocht de teckel met zijn baasjes gezien. Of wij passeerden
               ze of ze kwamen ons voorbij, terwijl wij aan het rusten waren. Opvallend was ook dat
               de jeugdige tegenliggers ons als opgaand verkeer niet voor lieten gaan. In de bergen
               heeft omhoog altijd voorrang. Ook opvallend was dat bij het passeren zij altijd aan de
               rotswandkant stonden en wij gedwongen werden om langs de rand van de afgrond te
               schuifelen. Nu was dat niet zo dramatisch als het klinkt. Bij echt flinke dieptes waren
               er hekken geplaatst, zodat je niet naar beneden zou tuimelen. Maar waar de diepte
               maar een paar meter was, was het toch wel goed uitkijken, dat je niet over het randje
               viel. Het eerste stuk was zwaar, een paar honderd meter met uitgehouwen trappen
               omhoog. Het waren natuurlijk gewoon rotsen en de treden waren per definitie niet
               gelijk. Hierna kwam er een lang stuk dat praktisch over dezelfde hoogtelijn liep, dus
               weinig klimmen en dalen. We hadden regelmatig uitzicht over de prachtige rotskust.
               In het begin een mooie terugblik op Monterosso. Regelmatig liepen we tussen
               landbouwterrassen door, sommige met wijnstokken. Halverwege het pad zat een
               Roma-achtige man accordeon te spelen, zijn vrouw zat erbij. Het waren oude
               mensen, die op deze manier wat geld bij elkaar probeerden te bedelen. Wij gooiden
               een euro in het bakje, maar gezien de enorme hoeveelheid mensen, die hier per dag
               voorbijkomt, lag er niet veel in het bakje, meest overigens echt kleingeld. Afijn, we
               lopen maar verder. We kwamen onderweg een aantal beekjes tegen. Over een was
               een klein boogbruggetje gebouwd, dat al erg oud moest zijn. Op driekwart van de
               wandeling begon de daling.




















               Eerste zicht op Vernazza                      Hagedisje

               Toen hebben we de stokken gepakt voor meer stabiliteit. Voor onze knieën zijn de
               afdalingen wel een bezoeking, zeker voor die van mij, die allebei flink gehavend zijn
               aan de binnenkant. Retropatellaire chondropathie heet dit, om maar eens in dokters
               potjeslatijn te spreken, en daar heb ik al zeker een kleine veertig jaar last van.
               Het wordt alleen de laatste jaren erger. Toch kan ik gelukkig tot nu toe nog steeds
               dit soort wandelingen maken. Dichter bij onze bestemming gekomen, het dorpje
               Vernazza, kregen we prachtige uitzichten op dit dorpje. De opvallende grote kerk
               stond hier direct aan de haven en ook hier weer de kenmerkende hoge, gekleurde
               huizen. Op een hoge kaap stond een grote ronde wachttoren. Die was van het
               kasteel. Vernazza wordt wel beschouwd als het meest pittoreske van de vijf dorpjes.
   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205