Page 240 - tmp
P. 240
Ook liepen er grote groepen met een gids. Die gidsen hadden het druk als een
moedereend met veel jongen. In een lange rij werden de toeristen in de overvolle
treinen geperst. Arme reisleiders en -sters. Op het perron raakten we nog aan de
praat met een vrouw die naast ons zat. Ze leek Italiaans, maar het bleek dat ze goed
Nederlands sprak. Ze benijdde onze licht-reizen koffertjes. Zelf had ze twee grote
koffers mee, een heel gesjouw. De trein was een paar minuten te laat. De eerste
grote stad was Genua. We reden dus hetzelfde traject als op de heenreis naar
Cinque Terre. Opnieuw kwamen we langs Riomaggiore, daar waren we twee uur
geleden vertrokken. We zaten nu aan de zeekant en zagen alle vijf dorpjes nog een
keer, maar eigenlijk alleen de stations. Voor de rest was het door tunnels rijden.
Pas na Genua kwamen we in een vlakker landschap. Het weer begon te
verslechteren. In de verte dreigden donkere wolken. De conductrice kwam langs
en vroeg of we wisten dat de trein maar tot Asti zou rijden. Daar moesten we
overstappen op een bus. Ze waren met de spoorweg aan het werk. Dat was een
tegenvaller, want anders was het een rit geweest zonder onderbreking. In Asti
moest iedereen uit de trein. Op het station was het een beetje chaotisch. Eén
spoorbeambte probeerde alle reizigers voor Turijn op te vangen op het perron.
Dat lukte natuurlijk niet goed. Het was geen volle trein, maar er was toch wel een
flink aantal reizigers. Daarna werd de kudde naar de stationshal geloodst. Daar
moesten we ook weer een hele tijd wachten en toen ging het naar de bus toe. Dat
werd een gehol en geduw. Uiteindelijk kwam de bus vol, maar we vertrokken maar
niet. Na ruim een half uur zaten er ook een paar mensen in een bus achter ons.
Toen gingen ze eindelijk rijden. Het was nog steeds droog. Tijdens de treinreis had
het al wel een tijdje geregend. We kwamen uiteindelijk op de tolweg. De bus zette er
goed de vaart in. Voor ons werd de lucht steeds donkerder paars. Het begon toen
ineens enorm te hozen. Dat zag er niet goed uit. Uiteindelijk kwamen we na een
uurtje rijden aan in Turijn. Door buitenwijken reden we de stad in. Bij een station
stopte de bus. Mensen begonnen uit te stappen en wij ook. Lily keek nog eens naar
de bus. Er bleven ook mensen zitten. Ik vroeg de chauffeur of dit het hoofdstation
was. Hij snapte me niet. Hij dacht dat ik een toerist was die met de bus naar het
station wilde rijden. Hij vertelde dat het een privébus was. Ik kon hem gelukkig
duidelijk maken dat ik ook een treinreiziger was en dat ik naar het hoofdstation
wilde. Toen konden we weer instappen. Het was natuurlijk raar dat er niets werd
omgeroepen in de bus. Daarna was het nog een kwartier rijden door de drukke stad.
Arco monumentale all'Arma di Artiglieria Beeld bij de Ponte Umberto I