Page 296 - tmp
P. 296

Kwart over een plaatselijke tijd vertrokken we met donderend geweld. Het is iedere
               keer weer een wonder dat zo’n toestel van maximaal 575 ton de lucht in kan en dan
               niet op de Van Speijk manier. Lily zat naast een vrouw die boe noch bah zei, of iets
               in een andere taal. Ik zat naast een Engelse vrouw die net uit Zuid-Afrika kwam na
               een bezoek aan een dochter en nu op bezoek ging bij een andere dochter in Leiden.
               Gedurende de vlucht hebben we af en toe gezellig zitten kletsen, buiten de uren dat
               we de oogkleppen en oordoppen in hadden om wat slaap te pakken. We waren
               natuurlijk al aardig gaar en waren er echt aan toe om de luiken te sluiten. In Thailand
               gingen we elke avond om 22.00 uur naar bed, dat was ook wel nodig, want na een
               actieve dag stonden onze ogen te branden in onze kop. Vlak voordat we de ogen
               sloten kregen we een ontbijt en wat te drinken. Wij namen tomatensap. Daarna
               hebben we geprobeerd om wat te slapen. Het werden sluimer- en dommelslaapjes.
               Vliegtuigstoelen zijn ontworpen door sadisten. Een gewone houten keukenkruk zit
               vaak comfortabeler dan die hightech vliegzetels. Op het laatst weet je haast niet
               meer hoe je moet zitten of hangen. Je krijgt stijve benen en knieën, nee voor je
               plezier vlieg je niet. Het gaat snel, maar daar is dan ook alles mee gezegd.
               Ruim voor de landing op Schiphol kregen we nog een lunch. Het was een soort
               omelet met gekookte bladgroenten, een fruitsalade en yoghurt. Langzaamaan werd
               het ook licht, maar als je midden in het toestel zit, krijg je niet veel mee van wat
               erbuiten gebeurt. Wel had ook dit toestel een camera in de neus, een in de buik en
               een op de staart. Gedurende de hele vlucht deed alleen de staartcamera het.
               Je keek dus over de bovenkant van het vliegtuig naar voren. Toen we in de vroege
               middag op Schiphol aankwamen, reden we naar een vreemde plek. De piloot deelde
               mede dat we hier even moesten blijven staan, voordat we naar een definitieve plaats
               zouden gaan. Via de camera in de neus, die het nu wel weer deed, zagen we allerlei
               bedrijvigheid voor het toestel. Er stond een groep mannen en auto’s reden af en aan.
               Het wachten begon een beetje lang te duren en iedereen stond al op om de bagage
               te pakken, ofschoon dat nog niet mocht. Toen zagen we een batman, zo’n man met
               twee tafeltennisbatjes in zijn handen, voor het toestel gaan staan. Hij dirigeerde het
               toestel naar voren. We reden nog een paar meter vooruit. Naast het toestel stond
               een groep mannen, die wel op politieagenten leken, zagen we op het beeldscherm
               in het toestel. We snapten niet waar we nu stonden. Het leek wel of we met bussen
               opgehaald moesten worden. We zagen op het tv-scherm een soort werkterrein met
               verschillende voertuigen, maar geen aankomsthal met slurven. Na twintig minuten
               gewacht te hebben, mochten we eruit en dat ging toch via een slurf. Het bleek dat
               we helemaal op het uiteinde van een van de ontvangsthallen stonden en wel de hal
               die het verste weg lag. Toen ik de slurf instapte kwamen er wel acht politieagenten
               van buiten de slurf instappen. We snapten er niets van, zat er wellicht weer een
               andere neef van Riduan Tachi in het toestel. We liepen naar de bagagebanden,
               maar onze vlucht stond er niet bij. De gang waar wij uit waren gekomen kwam ook
               niet uit bij het grote infoscherm waarop de binnengekomen vluchten staan. Na wat
               vragen en zoeken kwamen we erachter dat we naar een hele andere hal moesten.
               Ons toestel was dus geparkeerd op een heel andere plek dan normaal met
               internationale vluchten. We kwamen na een heel stuk lopen aan bij de goede
               bagageband.  Ondertussen begon de band al koffers uit te spugen. Koffer na koffer
               rolde eruit in alle maten, kleuren en vormen, maar niet die van ons. Het ging maar
               door en de tijd tikte ook door. Van een vrouw, die ook stond te wachten op haar
               koffer, hoorde ik dat ze in het toestel een man voorbij zag komen die heel erg naar
               sigarettendamp rook.
   291   292   293   294   295   296   297   298   299