Page 320 - tmp
P. 320
We kwamen weer stil te staan en de vertraging liep op tot 150 minuten. Heerlijk zo'n
2,5 uur in een rustige trein te zitten. DB was wel heel genereus. We mochten een
gratis flesje water ophalen. Als het nu schnapps was, dan was het vast een vrolijke
boel geworden. Uiteindelijk gingen we weer rijden en ook volle vaart, maar na een
paar minuten zaten we in een tunnel en toen werd er weer langzaam gereden.
Daarna werd hard op de rem getrapt. Even later reden we weer. Het begon ineens
weer te plenzen, gelukkig zaten we droog. Dat horten en stoten ging zo'n beetje door.
Bij iedere stop werden we geïnformeerd door een conducteur of de machinist wat er
loos was. Bij de volgende ongeplande stop begon hij onzeker te praten en vertelde
dat hij echt niet wist waarom we weer stilstonden. We hadden gewoon door moeten
rijden. Hij zei letterlijk dat hij sprakeloos was. Grappig was dat alle doorgewinterde
DB-reizigers alles gelaten over zich heen lieten komen, maar bij elke uitleg van de
conducteur of machinist staken veel mensen hun handen vertwijfeld in de lucht en
maakten schampere opmerkingen. Eindelijk kwamen we in Siegburg/Bonn aan.
Er werd weer verontschuldigd en ons een goede dag gewenst. Na deze plaats
was het nog een halte. Gelukkig kon de trein weer vaart maken en met uiteindelijk
158 minuten vertraging (2 uur en 38 minuten) kwamen we aan in Düsseldorf.
Na aankomst kwamen er natuurlijk weer excuses en een bedankje dat we met
DB hadden gereisd. De conducteur sloot voorzichtig af met: "Vielleicht auf
Wiedersehen". Normaal zit dat "misschien" natuurlijk nooit bij de afscheidstekst.
Arm spoorwegpersoneel, die krijgen vaak best wat over zich heen. Net als in
Nederland zitten ze in een periode dat er veel onderhoud nodig is. Rails en
bovenleidingen gaan maar een bepaalde tijd mee, het materieel slijt en technisch
personeel is moeilijk te krijgen. Daarbij komt dat er steeds meer van het openbaar
vervoer gebruik wordt gemaakt plus het toegenomen vrachtverkeer over de rails.
Ik benijd de planners en verkeersleiders, of misschien wel -lijders niet. In Düsseldorf
moesten we overstappen naar Oberhausen. Zoals ik eerder schreef kwam de dame
van de Zwitserse spoorwegen steeds op de proppen met een bus voor het laatste
stuk naar Arnhem. Dat snapten we niet. Anderhalve maand geleden hadden we een
directe lijn van Düsseldorf naar Arnhem in onze Interrail pass gezet. Die hadden we
via de DB opgezocht en ingevoerd. Maar als we nu dit traject invoerden, dan kwam
er inderdaad een overstap op een bus uit. Het bleek dat het traject Arnhem –
Oberhausen volledig op de schop ging, niet zomaar een klusje, maar werk voor
maanden. Zo'n groot werk komt niet op als poepen, dus toen wij de trein boekten,
moet dat al bekend zijn geweest. DB heeft daarover nooit gecommuniceerd. Door
toeval kwamen we erachter, weer een steek die DB heeft laten vallen. Normaal was
het traject Düsseldorf – Arnhem een uurtje rijden met de trein. Nu moesten we weer
een keer extra overstappen en we zouden er 2,5 uur over doen. Daar zaten we niet
echt op te wachten, maar een alternatief was er niet. In Oberhausen werden we
keurig met borden naar een bushalte geleid. Er kwam een harmonicabus aan.
Zo een als in de steden rijdt, maar ook op Terschelling rijdt er vaak een. Ruimte zat,
maar niet echt een bus voor op de snelweg leek ons. Alle reizigers pasten erin. Het
was natuurlijk inmiddels spits, dus we deden er bijna een half uur over om uit de stad
te komen. Op de snelweg ging het van: "Zet je koers", ook alweer zo'n Terschellinger
uitdrukking. Een andere is: "Zet an Swarte." Dit riep een wagenmenner van de
huifkar tegen een van de paarden als ze een duin op moesten met de zware huifkar.
Gelukkig blijven dit soort kenmerkende uitdrukkingen nog altijd hangen op het eiland.
Maar ik moet niet de boel ophouden, we moeten door. Met een dikke honderd reden
we over de snelweg.